Wat is de betekenis van Trezorier?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Trezorier

(<Fr.), m. (-s), schat-, penningmeester, beheerder der geldmiddelen. Vgl. Thesaurier.

2025-07-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Trezorier

[Fr. trésorier] schatmeester; penningmeester.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Trezorier

penningmeester; schatmeester

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Trezorier

schatmeester; rentmeester; penningmeester

2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

trezorier

m. schatmeester, rentmeester; penningmeester.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

trezorier

m. -s; (Fr. trésorier): rentmeester; schatter; penningmeester.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

trezorier

(‘ri:r) m. (-s) schat-, rentmeester.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

trezorier

trezorier - m., schatmeester; rentmeester; penningmeester.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Trezorier

Trezorier - m. (-s), schat-, rentmeester. TREZORIERSCHAP, o. rentmeesterschap.