Wat is de betekenis van toespeling?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toespeling

v. (-en), 1. het zinspelen: met toespeling op... ; 2. (concr.) uiting waardoor men indirect op iets of iem. doelt; toespelingen maken; Coster’s Ifigenia is vol toespelingen op de kerkelijke twisten van die dagen.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

toespeling

toespeling - Zelfstandignaamwoord 1. een uiting of stijlfiguur waarbij indirect naar een feit of persoon wordt verwezen Woordherkomst Naamwoord van handeling van toespelen met het achtervoegsel -ing Synoniemen allusie, zinspeling Verwante begrippen verwijzing, woordspeling

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

toespeling

toespeling - zelfstandig naamwoord uitspraak: toe-spe-ling 1. opmerking waarmee je niet letterlijk zegt wat je bedoelt ♢ hij maakte toespelingen op mijn opvallende kleding Zelfstandig naamwoord: toe-spe-ling de toesp...

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

toespeling

sinspeling.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Toespeling

s:; ergens eenop maken, earne op doele.

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Toespeling

→ Allusie.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

toespeling

v. (-en) bedektelijke aanwijzing, lage zinspeling: hij maakte een op zijn mindere afkomst.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Toespeling

v. (-en), bedekte aanduiding, zinspeling.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Toespeling

Toespeling - v. (-en), zinspeling; het doelen (op iets of iem.): toespelingen maken.