Tegenvoeter
m. (-s). 1. iem. die aan de andere zijde van de aarde woont ten opzichte van de persoon m kwestie en dus met zijn voeten naar de voeten van deze is gekeerd; antipode. 2. (fig.) persoon of zaak die het tegenovergestelde of omgekeerde van een andere is, contrast: Loyola, de tegenvoeter van Luther.