Wat is de betekenis van suffice?

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

suffice

I. genoeg zijn, voldoende zijn, toereikend zijn; suffice it to say that..., we kunnen volstaan met te zeggen dat...; II. voldoende zijn voor.

Gerelateerde zoekopdrachten