Wat is de betekenis van stompje?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STOMPJE

o. (-s), 1. kort eindje: een stompje potlood, kaars, sigaar ; 2. stenen pijp met korte steel: hij rookte uit een stompje.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stompje

stompje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stomp

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stompje

s.n., stommeltsje (it), gnodske (it), knodske (it), stompeltsje (it), stommeleintsje (it).

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stompje

o. stompjes (eindje kaars, kort pijpje, klein worstje; Z.-N. eindje sigaar).

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stompje

('stompjə) o. (-s) 1. Algm. kort eindje; een kaars, potlood, sigaar. 2. Inz. eindje pijp: uit een roken.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stompje

o. (-s), 1. kort eindje: een sigaar, 2. stenen pijp met korte steel.

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)