Slechtheid
v., 1. effenheid; 2. verdorvenheid, boosheid; 3. (...heden) slechte daad; gemene, lage streek; 4. slechte kwaliteit.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. effenheid; 2. verdorvenheid, boosheid; 3. (...heden) slechte daad; gemene, lage streek; 4. slechte kwaliteit.
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., kweadens, forkeardens, tsjoedens, minnens; (zwakheid), minnens, minnichheit; (minderwaardigheid), gemienens.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
v. in bet. 2 slechtheden (het slecht zijn, het slechte inz. in zedelijk opzicht: 1 bezit van onzedelijke eigenschappen; 2 slechte daad; 3 slechte kwaliteit): 1. niet uit slechtheid, uit onnozelheid; 2. deze daad is een slechtheid; 3. de slechtheid v. h. hout; ook, slechtigheid, v. slechtigheden.
J.H. van Dale (1898)
SLECHTHEID - v. effenheid: eenvoudigheid; slechte hoedanigheid; verdorvenheid, boosheid; — , (...heden), gemeene, lage streek.
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: