Wat is de betekenis van SLAPTE?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Slapte

v., 1. krachteloosheid; 2. gebrek aan stevigheid, zachtheid; 3. geringe concentratie, het afwezig-zijn van de nodige hoeveelheid bestanddelen: slapte van de mortel; de slapte van jenever; 4. geringheid van vertier, van omzet: de slapte der beurs, in de handel.

2025-07-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

slapte

kragteloosheid; toestand van swak besigheid, resessie.

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Slapte

s., sloppens.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

slapte

v. (1 gebrek aan flinkheid, doortastendheid, 2 toestand, dat er weinig omgaat in het bedrijfsleven, een bedrijf enz.; in ‘t alg. = slapheid). 1. na een tijd van slapte, flink aanpakken; 2. slapte in nering en handel.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

slapte

('slaptə) v. slapheid : in nering en handel.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SLAPTE

SLAPTE - v. slapheid; (kooph.) de slapte der beurs, weinig omzet.

2025-07-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Slapte

Slapte, v. slapheid; (kooph.) de - der beurs, der koersen.

2025-07-27
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)