Schedelleer
v., leer omtrent de plaats van verschillende vermogens onder de schedel, craniologie.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is in de anthropologie de naam voor de beoordeling van de schedelmaten. Hiermee verkrijgt men gegevens over schedelvormen bij de verschillende individuen en rassen (zie index cephalicus). Het afleiden van geestelijke eigenschappen uit de schedelvorm (schedelleer van Gall, craniologie) mist, met enkele uitzonderingen, iedere wetenschappelijke...
M. J. Koenen's (1937)
v. (leer omtrent de plaats van verschillende vermogens onder de schedel, volgens welke men uit de vorm van de schedel iems. karakter, wil, neigingen kan leren kennen).
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
of craniologie noemt men de studie van den vorm en de afmetingen van den menschelijken schedel. Vgl. echter ook het artikel ➝ Phrenologie.
Jozef Verschueren (1930)
('sche:dəl) v. leer volgens welke men uit de vorm van de schedel iemands geaardheid en eigenschappen kan leren kennen.
Dr. Ch. Bles (1929)
Craniologie, Phrenologie, de leer van den schedel in anthropologisch opzicht (zie bij Menschenrassen), verder de leer of de kunst om uit den bouw van den schedel den geestelijken aanleg af te leiden. Volgens deze, door Gall gegrondveste en door Spurzheim, Cartis, Scheve en anderen verder uitgewerkte leer zijn de hersenen...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: