Wat is de betekenis van Pulken?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pulken

(pulkte, heeft gepulkt), trekken, peuteren, plukken: jongen, zit niet zo in je neus te pulken; hij pulkt aan zijn trui ; de randjes van de pannekoeken pulken. In Z.-Ned. ook pulkeren.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pulken

pulkte, h. gepulkt (peuteren [met de vinger ergens in]): in zijn neus pulken.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pulken

('pulkən) (pulkte, heeft gepulkt) [~ plukken] met de vinger ergens in peuteren : zit zo niet in je neus te -.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pulken

(pulkte, heeft gepulkt), trekken, peuteren, plukken: jongen, zit niet zo in je neus te-; hij pulkt aan zijn trui.

2025-07-27
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

pulken

pulken ww. 'peuteren' categorie: leenwoord Nnl. pulken 'peuteren' in sy pulkt in haar Neus [1706; WNT], gewestelijk in zuidelijke dialecten ook pullen 'id.' [1893; iWNT]. Wellicht is pullen de oorspr. vorm en is pulken daarvan afgeleid met een k-achtervoegsel. Als de oorspr. betekenis van ...

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pulken

Pulken (pulkte, heeft gepulkt), met den vinger in iets plukken : jongen, zit zoo niet in je neus te pulken.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)