Wat is de betekenis van Paracleet?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Paracleet

(<Gr.-Lat.), m., bemiddelaar, trooster, De H. Geest, door Christus toegezegd (Joh. 14:16; 26).

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Paracleet

helper, trooster, voorspraak (zie: Joh. 14:16; 26)

2025-07-27
Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

PARACLEET

is een vernederlandst Grieks woord, dat vermaner, advocaat, voorspraak, ook trooster betekent. Het wordt van Christus gebruikt 1 Joh. 2 : 1, doch vooral van de H. Geest, die zeer bepaald de P., dat wij liefst door Trooster vertalen, wordt genoemd, Joh. 14 : 16, 26; 15 : 26; 16 : 7. Vgl. Rom. 8 : 26, 27.

2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

paracleet

m. trooster, bemiddelaar; de Heilige Geest.

2025-07-27
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Paracleet

(Gr.: de er bij geroepene), naam v/d Heiligen Geest, wiens komst door Jezus vóór zijn hemelvaart werd beloofd.

2025-07-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Paracleet

Naam voor den H. Geest. Beteekent: Helper. Deze naam is ontleend aan de woorden van Christus in Joh. 14.16 en 26; 15.26; 16.7.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Paracleet

→ Parakleet.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

paracleet

paracleet - m., helper, trooster, voorspraak.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Paracleet

gr., bijgeroepene, advocaat,, voorspreker, helper. Aldus wordt de H. Geest genoemd in het evangelie van Joannes XIV 16, 26, XV 26, XVI 7; vandaar dat ook in de hymnen der r.-kath. kerk de H. Geest veelvuldig met dien naam wordt aangeduid.