Wat is de betekenis van overwinning?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overwinning

v. (-en), het overwinnen: de overwinning behalen ; — keer of gelegenheid dat men overwint : een beslissende overwinning; — (oneig.) groot succes.

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

overwinning

overwinning - zelfstandig naamwoord uitspraak: o-ver-win-ning 1. keer dat je sterker blijkt dan iemand anders ♢ het elftal heeft een overwinning behaald Zelfstandig naamwoord: o-ver-win-ning de overwinning ...

2025-07-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

overwinning

overwinning - Gevallen of gebeurtenissen waarbij vijanden of tegenstanders worden overwonnen in de strijd, meestal door gebruik van wapengeweld.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Overwinning

s., oerwinning.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

overwinning

v. -en (het overwinnen; triomf, zegepraal): de overwinning behalen op, zege; het heeft mij een overwinning (op me zelf) gekost.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

overwinning

(ovər'winning) v. (-en) het overwinnen: de behalen. Syn. triomf, zege, zegepraal. Tgst. nederlaag.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

overwinning

v. (-en), 1. zegepraal, triomf: de overwinning behalen; keer of gelegenheid dat men overwint: een beslissende overwinning; (oneig.) groot succes.

2025-07-28
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)