Overstek
o. (-ken), 1. oversteeksel; overhangend uitbouwsel van een huis ; voorsprong van het lijstwerk van een kroonlijst van de treden van een trap enz.; 2. afstand welke het ene constructiedeel over het andere uitsteekt.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-ken), 1. oversteeksel; overhangend uitbouwsel van een huis ; voorsprong van het lijstwerk van een kroonlijst van de treden van een trap enz.; 2. afstand welke het ene constructiedeel over het andere uitsteekt.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
o. -stekken (datgene, wat over iets steekt; overhangend uitbouwsel van een huis; voorsprong van het lijstwerk van een kroonlijst, de basis ener zuil enz.).
Jozef Verschueren (1930)
('o:vərstek) o. (-ken) 1. Algm. datgene wat over iets uitsteekt. 2. Inz. a. overhangend uitbouwsel van een huis. b. voorsprong : het van een →trede, van het lijstwerk van een kroonlijst, van de basis van een zuil.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: