Wat is de betekenis van overcompleet?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overcompleet

bn., boven het complete, aanwezig, overtollig: dit boek is overcompleet; ik schijn hier wel overcompleet, het schijnt dat ik hier te veel ben.

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

overcompleet

overcompleet - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: o-ver-com-pleet 1. meer dan wat je echt nodig hebt ♢ in elke kamer van ons huis hebben we een televisie, dus deze is overcompleet Bijvoeglijk naamwoord: o-ver-com-pleet ...

2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

overcompleet

overtollig, te veel.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

overcompleet

bn. (overtollig, boventallig; te veel): een overcompleet boekdeel; overcompleet personeel.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

overcompleet

bn., 1.boven het complete aanwezig. 2.overtollig; dit boek is overcompleet.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Overcompleet

Overcompleet bn. meer dan compleet, overtallig: dit boek is overcompleet; ik schijn hier wel overcompleet, het schijnt dat ik hier te veel ben.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)