Opsmukken
(smukte op, heeft opgesmukt), 1. tooien, opsieren, mooi maken: zij stapten trots naast hun opgesmukte vrouwen ; — zich opsmukken, zich (niet smaakvol) tooien; 2. (fig.) een verhaal opsmukken; zijn stijl opsmukken, met beelden, vergelijkingen enz. overladen.