Wat is de betekenis van Openingsrede?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Openingsrede

v. (-n), rede bij de opening van een vergadering, bij de inwijding van een instelling enz. uitgesproken.

2025-07-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

openingsrede

redevoering by opening, inwyding, ens.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

openingsrede

v. openingsreden (redevoering bij de opening in bet. 1).

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

openingsrede

v. (-s) redevoering bij de opening van een vergadering: de houden. Tgst. sluitrede.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

openingsrede

v./m. (-s), (ook: openingsspeech), rede bij een opening (van een vergadering enz.).

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Openingsrede

Openingsrede v. (-n), rede bij de opening eener vergadering, bij de inwijding eener instelling enz. uitgesproken.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)