Wat is de betekenis van Ontlijven?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontlijven

(ontlijfde, heeft ontlijfd), (in hogere stijl) van het leven beroven, doden: geen staal zal u ontlijven.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontlijven

ontlijfde, h. ontlijfd (van het leven beroven, doden): lang ontlijfd door luchtgebrek zijn beide speellui; lit. t.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontlijven

(ont'lijvən) (ontlijfde, heeft ontlijfd) Verh. van het lijf, het leven beroven : geen staal zal hem -. Syn. → afmaken.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ontlijven

(ontlijfde, heeft ontlijfd), (in hoogeren stijl) van het leven berooven, dooden : welaan, geen staal zal u ontlijven. ONTLIJVING, v. (-en),, het ontlijven.

2025-07-29
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Ontlijven

zie Dooden.