Wat is de betekenis van onlosmakelijk?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onlosmakelijk

bn. bw.. niet los te maken (het woord is niet aan te bevelen).

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onlosmakelijk

onlosmakelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. altijd verbonden, hecht, onverbrekelijk Woordherkomst samenstellende afleiding van het werkwoord losmaken met het achtervoegsel -lijk en met het voorvoegsel on-

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onlosmakelijk

onlosmakelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-los-ma-ke-lijk 1. niet los te maken ♢ het een is onlosmakelijk verbonden met het ander Bijvoeglijk naamwoord: on-los-ma-ke-lijk de/het onlosmakelijke ... ...

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onlosmakelijk

('ma:kələk) bn. en bw. niet los te maken, niet te scheiden : verbonden.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onlosmakelijk

bn. en bw., niet los te maken, onverbrekelijk.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)