Wat is de betekenis van ongeoorloofd?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ongeoorloofd

bn., verboden: ongeoorloofde huwelijken; ongeoorloofde vermaken.

2025-07-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ongeoorloofd

ongeoorloofd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-ge-oor-loofd 1. wat niet is toegestaan, wat niet mag ♢ ze gebruiken in die strijd ongeoorloofde wapens Bijvoeglijk naamwoord: on-ge-oor-loofd de/het ongeoorloofde .....

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ongeoorloofd

adj., forbean.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ongeoorloofd

bn. (verboden): ongeoorloofde vermaken.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ongeoorloofd

(ongə'o:rlo:ft) bn. verboden : -e genietingen.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ongeoorloofd

bn., verboden: ongeoorloofd wapenbezit.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ongeoorloofd

Ongeoorloofd bn. verboden : ongeoorloofde huwelijken; zich in ongeoorloofd vermaak verlustigen. ONGEOORLOOFDHEID, v.

2025-07-29
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)