Wat is de betekenis van omscheppen?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omscheppen

I. (schepte om, heeft omgeschept), 1. rondscheppen: de weesmoeder was juist bezig met de soep om te scheppen; 2. met een lepel of iets dergelijks overscheppen: het koren, zand omscheppen. II. (schiep om, heeft omgeschapen), anders scheppen, herscheppen, tot iets anders maken: gij hebt uw jonge vriend geheel omgesch...

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

omscheppen

omscheppen - Werkwoord 1. (ov) omroeren 2. (ov) tot iets anders maken Woordherkomst samenstelling van om en scheppen

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

omscheppen

I. schepte om, h. omgeschept (1 naar de rij af in zekere kring scheppen; 2 overscheppen, in een ander vaatwerk doen): 1. de soep omscheppen onder de kinderen; 2. brij uit de kleine terrine in de grote omscheppen. II. schiep om, h. omgeschapen (door een herschepping veranderen, vervormen): het gebouw was omgeschapen tot (of: in) een paleis; beter:...

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

omscheppen

('om) I. (schepte om, heeft omgeschept) 1. scheppen en rondgeven: soep -. 2. met een emmer enz. omscheppen: zand -. II. (schiep om, heeft omgeschapen) anders scheppen, tot iets anders maken: zijn woning tot een echt paleis -; het kind schept zich om tot een man.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omscheppen

Het begrip omscheppen heeft 2 verschillende betekenissen: 1. omscheppen - (schepte om, heeft omgeschept), naar de rij af in zekeren kring scheppen, rondscheppen: de weesmoeder was juist bezig met de soep om te scheppen; — met een lepel of iets dergelijks overscheppen; al scheppende verzetten, verplaatsen : het koren, zand omscheppen. 2. oms...

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)