Wat is de betekenis van Nimmermeer?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nimmermeer

bw., (dicht.) nooit, op geen enkel ogenblik in de toekomst: de liefde vergaat nimmermeer.

2025-07-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

nimmermeer

nooit weer nie.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nimmermeer

bw., nooit, op geen enkel ogenblik in de toekomst: de liefde vergaat nimmermeer.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Nimmermeer

Nimmermeer bw. nooit, nooit meer: de liefde vergaat nimmermeer; die in mij gelooft zal nimmermeer dorsten.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)