Neerploffen
(plofte neer, is en heeft neergeploft), 1. met een plof neervallen: met een geweldige smak plofte hij neer; laat je riem niet zo neer ploffen; 2. (scheik.) purisme voor geprecipiteerd worden of precipiteren; 3. met een plof doen neervallen: hij plofte zijn valies neer.