Naburig
bn. (-er, -st), (eig.) behorend aan een buur, aangrenzend; (bij uitbr.) nabijgelegen, omliggend: het naburige dorp; de naburige gemeenten.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), (eig.) behorend aan een buur, aangrenzend; (bij uitbr.) nabijgelegen, omliggend: het naburige dorp; de naburige gemeenten.
Wiktionary (2019)
naburig - Bijvoeglijk naamwoord 1. in de buurt ervan gelegen ♢ Ook in de naburige staten richtte de orkaan grote schade aan. Woordherkomst afgeleid van nabuur met het achtervoegsel -ig Verwante begrippen aangrenzend, belendend, nabijgelegen, omliggend
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
naburig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: na-bu-rig 1. in de buurt ergens van ♢ in een naburig dorp was een winkel Bijvoeglijk naamwoord: na-bu-rig de/het naburige ...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), (eig.) behorend aan een buur, aangrenzend; (bij uitbreiding) nabijgelegen, omliggend: het naburige dorp; de naburige gemeenten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: