Mokken
(mokte, heeft gemokt), wrevelig zijn en er niet ronduit over spreken; pruilen.
Wiktionary (2019)
mokken - Werkwoord 1. (inerg) een wrok koesteren ♢ Hij mokte nog lang over het onrecht dat hem naar zijn mening was aangedaan. mokken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mok
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
mokken - regelmatig werkwoord uitspraak: mok-ken 1. laten merken dat je boos bent, maar niet zeggen waarom ♢Fleur zat te mokken in een hoekje Regelmatig werkwoord: mok-ken ik mok jij/u mokt...
M. J. Koenen's (1937)
mokte, heeft gemokt; misnoegd en wrevelig zijn, maar niet ronduit spreken; pruilen: een mokkend stilzwijgen; blijven mokken.
J.Pluim (1911)
brengt men tot den Germ. wt. muk = heimelijk doen; het zou dan bet.: wrevelig zijn, maar ’t niet ronduit zeggen.
Instituut voor de Nederlandse taal
mokken ww. 'pruilen, morren' categorie: klankwoord Vnnl. mocken 'pruilen' [1599; Kil.]. Mnd. mucken 'mokken, morren'; vnhd. mucken 'id.' [15e eeuw; Kluge] (nhd. vooral in de afleiding aufmucken 'tegenstribbelen'), met daarnaast het veel eerder geattesteerde frequentatief ohd. ir-muckezzen...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: