Mokkelen
(mokkelde heeft gemokkeld), 1. in zijn armen drukken, omhelzen, zoenen: vader en moeder mokkelen het kindje; 2. (Zuidn.), vleien, naar de mond praten.
Van Dale Uitgevers (1950)
(mokkelde heeft gemokkeld), 1. in zijn armen drukken, omhelzen, zoenen: vader en moeder mokkelen het kindje; 2. (Zuidn.), vleien, naar de mond praten.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
Mokkelen (mokkelde, heeft gemokkeld), een mokkel lekker en stevig pakken, knuffelen; stevig omhelzen; zoenen. MOKKELING, v. (-en).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: