Wat is de betekenis van Mokkelen?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mokkelen

(mokkelde heeft gemokkeld), 1. in zijn armen drukken, omhelzen, zoenen: vader en moeder mokkelen het kindje; 2. (Zuidn.), vleien, naar de mond praten.

2025-07-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mokkelen

mokkelde, heeft gemokkeld; iem. in zijn armen drukken, knuffelen.

2025-07-21
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mokkelen

(mokkelde, heeft gemokkeld) in de armen drukken en omhelzen: een kindje -.

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Mokkelen

Mokkelen (mokkelde, heeft gemokkeld), een mokkel lekker en stevig pakken, knuffelen; stevig omhelzen; zoenen. MOKKELING, v. (-en).