Meerderjarig
bn., 1. mondig (de ouderdom van 21 jaren bereikt hebbende, volgens de Nederlandse wet): de Koning is meerderjarig met zijn 18de jaar; door handlichting of huwelijk kan een minderjarige meerderjarig worden verklaard of kunnen hem bepaalde rechten van meerderjarigheid worden toegekend. 2. (fig.) zelfstandig, het toezicht van anderen nie...