Manmoedig
bn. bw. (-er, -st), de moed hebbende of tonende van —, met de moed van een man, dapper, kloekmoedig, manhaftig: een manmoedig besluit.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), de moed hebbende of tonende van —, met de moed van een man, dapper, kloekmoedig, manhaftig: een manmoedig besluit.
Wiktionary (2019)
manmoedig - Bijvoeglijk naamwoord 1. de moed hebbend van een echte man ♢ De een na de ander – zaken met een grote reputatie – ging over de kop, maar dit bescheiden winkeltje met zijn vergrijzende klantenbestand hield manmoedig stand. Woordherkomst afleiding van man en moed met het...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw.; met mannenmoed, manhaftig: een manmoedig besluit, kloekmoedig; Pieter stak de hand manmoedig in de korf.
Jozef Verschueren (1930)
(man'moedəch) bn. en bw. (-er, -st) met mannelijke moed, kloekmoedig : een besluit; kleingeestigheid versmaden.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er,-st), met de moed van een man, dapper, kloekmoedig, manhaftig: een manmoedig besluit.
J.H. van Dale (1898)
MANMOEDIG, bn. bw. (-er, -st), MANMOEDIGLIJK, bw. dapper, kloekmoedig, manhaftig: een manmoedig besluit. MANMOEDIGHEID, v. onversaagdheid.
I.M. Calisch (1864)
Manmoedig, bn. en bijw. (-er, -st), *-LIJK, bijw. dapper. *-HEID, v. gmv. onversaagdheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: