Wat is de betekenis van lubberen?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lubberen

(lubberde, heeft gelubberd), (van kleren enz.) niet strak gespannen zitten, flodderen.

2025-07-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lubberen

lubberen - regelmatig werkwoord uitspraak: lub-be-ren 1. ruim en slordig zitten ♢ de broekband lubbert om zijn middel Regelmatig werkwoord: lub-be-ren ik lubber jij/u lubbert ...

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lubberen

('lubbərən) (lubberde, heeft gelubberd) lobberen.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lubberen

(lubberde, heeft gelubberd), (van kleren enz.) niet passen, los om het lichaam zitten.

2025-07-29
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

lubberen

lubberen ww. 'te ruim zitten' categorie: klankwoord Nnl. het verschoten hemd lubberde om de hoekige schouders [1899; WNT], met daarnaast de verouderde nevenvorm lobberen [1899-1906; WNT]. Klankexpressief woord en frequentatief, vergelijkbaar met slobberen en het bn. lubberig 'te ruim zittend' in lubbe...

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)