Wat is de betekenis van kramerij?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kramerij

v. (-en), 1. eig. kramers waren, thans bep. als verzamelnaam voor allerlei voorwerpen van huiselijk gebruik of weelde en van geringe prijs, klein ijzerwerk, toiletartikelen, schrijf- en tekenbehoeften enz.; 2. (w. g.) het kramen.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kramerij

kramerij - Zelfstandignaamwoord 1. spullen waar een kramer mee langs de deur kraamt. Woordherkomst Naamwoord van handeling van kramen met het achtervoegsel -erij Verwante begrippen galanterieën, opschik

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kramerij

s., kreammerij; -en, kreammerswaren, kreammersguod (it).

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kramerij

v. -en; kramerswaren; waren, die in ’t klein verkocht worden.

2025-07-29
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Kramerij

Galanteriën, kleine gebruiksvoorwerpen. Een koopman heette vroeger cremer. Een marskramer is dus een koopman, die zijn koopwaar in zijn mars meeneemt.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kramerij

(kramə'rij) v. (-en) 1. Eig. Veroud. het kramen. 2. Metn. kleine voorwerpen van huiseliik gebruik.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kramerij

v. (-en), kramerswaren, thans verzamelnaam voor allerlei goedkope huishoudelijke voorwerpen.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kramerij

Kramerij v. (-en), kramerswaren, galanterieën, klein ijzerwerk, voorwerpen van huiselijk gebruik en van geringen prijs; —, gmv. het kramen.