koetscoupé, koeskoepee
(19e eeuw) (< Fr. couche, bed + coupé, afdeling van spoorwagon) (sch.) bed. Doorgaans tegenover kinderen: 'Huppekee naar de koetscoupé'. Soms ook in de betekenis van 'gezellige honk' (o.a. bij Querido). Zie ook: koets (2)*. • En daar woont dat achttal menschen nu sinds een jaar, en slapen de kinderen, behalve de jongste van a...