kapsonesbak, kapsonesgast, kapsoneslijer
(1922) (inf.) opschepper, iemand die het hoog in zijn (haar) bol heeft. Kijk ook onder kapsones*. Varianten: kapsonesmadam, kapsonesmaker, kapsonesmannetje, kapsonestrut, kapsoneswijf. • De bazige strengheid van den stekeligen dasert en kapsonesgast broer Jan, verachtte hij fel, omdat de kleffert zijn vader bespotte en kleineerde in moeder's o...