Wat is de betekenis van jonkers?

jonkers - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord jonker

zie Adel en stadspatriciaat.

Henri; geb. Eindhoven 21 december 1877, overl. Eindhoven 22 april 1963. Woonde en werkte in Den Bosch. Leerling van de Vlaamse Akademie te Antwerpen, later leerling van H. van der Geld. Beeldhouwer. Talloos zijn de kerken in het Bossche bisdom waar kruisen, beeldengroepen en altaren van zijn hand aanwezig zijn.Scheen 1969.

Elisa, Belg. toneelspeelster, 20.8.1857 Antwerpen, ♱23.10.1935 Gooreind (Wuustwezel). Jonkers was aan de Koninklijke Ned. Schouwburg te Antwerpen verbonden (1880—1907). Zij was medeoprichter van de Hippodroomschouwburg te Antwerpen. Zij was een actrice van de naturalistische traditie, met een melodramatische speelstijl.