Wat is de betekenis van intent?

2025-07-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

intent

I. oogmerk, bedoeling, opzet; to all intents and purposes, in alle opzichten; feitelijk; II. ingespannen; strak; intent upon, gericht op, uit op; intent upon mischief, kwaad in zijn schild voerend; intent upon his reading, verdiept in; intent upon his work, ijverig aan zijn werk.