Installateur
m. (-s), iem. die zich belast met het (doen) uitvoeren van montagewerkzaamheden en die daarvoor het materiaal levert, inz. voor electrische installaties.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), iem. die zich belast met het (doen) uitvoeren van montagewerkzaamheden en die daarvoor het materiaal levert, inz. voor electrische installaties.
Wiktionary (2019)
installateur - Zelfstandignaamwoord 1. (elektrotechniek) (techniek) (beroep) iemand die (elektrische) installaties installeert Woordherkomst Naamwoord van handeling van installeren met het achtervoegsel -ateur Verwante begrippen monteur, mecanicien, technicus, werktuigkundige
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
installateur - zelfstandig naamwoord uitspraak: in-stal-la-teur 1. iemand die voor zijn beroep verwarmingen, elektriciteitsvoorzieningen e.d. installeert ♢ de installateur van het gasbedrijf kwam de meter aansluiten Zelfstandig naamwoord: in-stal...
drs. L.A. Beeloo (1981)
een vakman die in huizen de gas- en waterleidingen aanlegt. De elektrisch installateur legt de elektrische leidingen en installaties aan, de verwarmingsinstallateur de verwarmingsinrichtingen.
M. J. Koenen's (1937)
m. installateurs (Fr. iem., die installeert; inz. aanlegger v. e. electr. installatie enz.).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: