Wat is de betekenis van insnoeren?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Insnoeren

(snoerde in, heeft ingesnoerd), door snoeren een plaatselijke vernauwing, een inknijping aanbrengen; zich insnoeren, zich inrijgen. Vgl. Ingesnoerd.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

insnoeren

insnoeren - Werkwoord 1. (ov) met een snoer plaatselijk vernauwen

2025-07-28
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

insnoeren

Insnoeren is het door sterk aanhalen van een band, touw of garen een indeuking in materiaal maken; de insnoering is aan alle kanten te zien.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

insnoeren

('in) (snoerde in, heeft ingesnoerd) door snoeren inrijgen: zijn taille, zich -.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

insnoeren

(snoerde in, heeft ingesnoerd), door snoeren een plaatselijke vernauwing, een inknijping aanbrengen; zich —, zich inrijgen.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)