Wat is de betekenis van incipiëren?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Incipiëren

(incipieerde, heeft geïncipieerd), (<Lat.), beginnen,, aanvangen.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Incipiëren

beginnen

2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

incipiëren

beginnen, aanvangen.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

incipiëren

(insipi'e:rən) (incipieerde, heeft geïncipieerd) [Lat. incipere] beginnen, aanvangen.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

incipiëren

[→Lat.] (incipieerde, heeft geïncipieerd), beginnen, aanvangen.