Wat is de betekenis van hoogbouw?

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hoogbouw

hoogbouw - Zelfstandignaamwoord 1. een gebouw met zoveel verdiepingen dat een lift verplicht is (in Nederland meer dan 5 verdiepingen) In tien jaar groeide de stad uit tot een metropool van 6 miljoen inwoners, nu met veel hoogbouw en met een omvangrijke stedelijke middenklasse. Woordhe...

2025-07-27
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

hoogbouw

Gebouwen (als zelfstandige eenheid of onderdeel van een groter gebouw) hoger dan 35 meter of bestaande uit 10 of meer woonlagen.

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hoogbouw

hoogbouw - zelfstandig naamwoord uitspraak: hoog-bouw 1. hoge bouw, hoge gebouwen ♢ in deze plaats is bijna alles hoogbouw Zelfstandig naamwoord: hoog-bouw de hoogbouw Tegenstellingen laagbouw

2025-07-27
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

hoogbouw

hoogbouw - Gebruikt voor gebouwen met meer dan negen of tien verdiepingen met liften, met name wanneer ze afsteken tegen de horizon.

2025-07-27
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

hoogbouw

(de), bouw met boven de parterre meer dan één verdieping. - Opm.: Waar het woningbouw betreft, wordt het woord in combinaties gebruikt waar in het AN ‘flat’ gebruikt zou worden. Zie de samenst.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hoogbouw

('ho:g) m. (-en) bouw die zich in de hoogte uitstrekt.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)