Wat is de betekenis van hikken?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hikken

(hikte, heeft gehikt), een hikkend geluid maken ; de hik hebben: ik moet telkens hikken ; — (ook) snikken, nokken.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hikken

hikken - Werkwoord 1. (inerg) een kort geluid voortbrengen door een onwillekeurige samentrekking van het middenrif Hij hikte nog een paar keer, maar gelukkig ging het over. Woordherkomst Klanknabootsing

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hikken

hikken - regelmatig werkwoord uitspraak: hik-ken 1. een hikkend geluid maken, de hik hebben ♢ ik moet telkens hikken 1. ergens tegenaan hikken [er geen zin in hebben, het niet durven] ...

2025-07-27
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

hikken

gevolg van plotseling samentrekking (afplatting) van middenrif waardoor de borstholte groter wordt en lucht met grote kracht naar binnen wordt gezogen. De stemspleet sluit zich hierbij. De gestopte inademing veroorzaakt het kenmerkende geluid.

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hikken

v., hikje, hikkebikje; -de spreken, hikkerje.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hikken

hikte, heeft gehikt; een hikkend geluid maken, de hik hebben: met een hikkende stem, stamelende, hakkelende.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hikken

(hikte, heeft gehikt) [Iter. hijgen] 1. de hik hebben. 2. oprispen. 3. stamelen, stotteren: met een -de stem.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hikken

(hikte, heeft gehikt), (onoverg.) een hikkend geluid maken; de hik hebben.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

hikken

hikken klankwoord Zie: hik