Wat is de betekenis van Harkerig?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Harkerig

bn. bw., als een hark, stijf, houterig: een harkerig persoon ; harkerig lopen.

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

harkerig

bn., bw., als een hark (3): stijf, houterig: wat doe je dat weer harkerig!

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

harkerig

bn. en bw. stijf, houterig: schoolmeesters van de -e stempel; iets doen.

2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

harkerig

bn. en bw., als een hark, stijf, houterig: een persoon; — lopen.

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Harkerig

HARKERIG, bn. als een hark, stijf, houterig: een harkerig persoon.

2025-07-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-22
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten