Wat is de betekenis van handboog?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Handboog

m. (...bogen), boog die met de hand gespannen wordt, inz. als wapen der schuttersgilden.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

handboog

handboog - Zelfstandignaamwoord 1. het deel van de pijl en boog dat men vasthoudt en niet wegschiet Hij neemt altijd zijn eigen handboog mee naar de pijl-en-boogschietlessen. Woordherkomst samenstelling van hand en boog

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Handboog

s., flitsebôge, spanbôge, pilebôge.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

handboog

m. handbogen: schieten met de handboog.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

handboog

('hand) m. (... bogen) boog die met de hand gespannen wordt.

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Handboog

Handboog - zie BOOG.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

handboog

m. (-bogen), boog die met de hand gespannen wordt, m.n. als wapen van de schuttersgilden.

2025-07-24
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)