Hak, wrok
m., g. mv. haat, wrok, nijd, afgunst; een of de hak op iemand hebben, hem bij elke gelegenheid zien te kwetsen of te benadelen, de pik op hem hebben.
Van Dale Uitgevers (1950)
m., g. mv. haat, wrok, nijd, afgunst; een of de hak op iemand hebben, hem bij elke gelegenheid zien te kwetsen of te benadelen, de pik op hem hebben.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: