Wat is de betekenis van Gramschap?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gramschap

v., toorn, verstoordheid, wrevel: zijn gramschap was geweken; edele gramschap, rechtmatige toorn.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gramschap

s., grimmitigens.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gramschap

v. (toorn, wrevel).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gramschap

('gramschap) v. misnoegen inz. van lange duur : edele, rechtmatige ; Gods -. Syn. → boosheid.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gramschap

v., toorn, verstoordheid, wrevel: zijn was geweken; edele —, rechtmatige toorn.

2025-07-25
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

gramschap

gramschap geleed woord Zie: gram 2

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gramschap

GRAMSCHAP, v. toorn, verstoordheid, wrevel; zijne gramschap was geweken; edele gramschap, rechtmatige toorn.

2025-07-25
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Gramschap

zie Boosheid.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

gramschap

Ira, stomachus, bilis, indignatio.