Wat is de betekenis van godgeklaagd?

2025-07-22
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

godgeklaagd

(1819) (inf.) schandalig; ergerlijk. • 't Is God geklaagd, dat jy een eerlijke vrouw als ik, zulk canailjegoed verkoopt. (De Nederlanden: karakterschetsen, kleederdragten, houding en voorkomen van verschillende standen. 1841) • 't Is toch God geklaagd om fatsoenlijke menschen zoo te belasteren! (Arnold Leopold Hendrik Ising: Freule Marie...

2025-07-22
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

godgeklaagd

godgeklaagd - Bijvoeglijk naamwoord 1. (intensief) heel erg slecht „Mijn vader had er wel mee te maken. Die was in Suriname hoofdinspecteur van politie, hoofd van de recherche. Toen wij naar Nederland kwamen, wilde de politie hem niet hebben. Mijn vader zag er wit uit maar had een zwaar Surinaams accent. Zi...

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

godgeklaagd

bn. (eig. voor God geklaagd: schandelijk): ‘t is godgeklaagd, dat ge zo handelt.

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

godgeklaagd

bn. in hoge mate ergerlijk: ’t is zo als hij door haar behandeld wordt.

2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

godgeklaagd

bn., voor God geklaagd, schandelijk in hoge mate: het is zo baldadig als die straatjongens zijn.

2025-07-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-22
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)