Wat is de betekenis van gekloot?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

gekloot

1) (19e eeuw) (inf.) geklungel, gepruts. • (P.J. Cornelissen & J.-B. Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch Dialect. 4 delen. 1899-1906) • Ik moest eens naar de begrafenis van een bekende en vroeg of hij meeging. Zijn antwoord was: ‘Nee, ik ga liever niet mee: de pastoor zijn gezang en gekloot maken mij ziek.&rsquo...

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gekloot

gekloot - Zelfstandignaamwoord 1. gezeur, gedonder, ellende, gerotzooi Op naar de volgende locatie: Huizum-West, waar de buurt klaagt over overlast van hangjongeren. Ze staan op een pleintje en Dales beent er heen. ,,Dag, ik ben de burgemeester van Leeuwarden, stelt hij zich voor. Hoe ze het vinden in de...