Wat is de betekenis van gebluf?

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gebluf

gebluf - Zelfstandignaamwoord 1. aanhoudend opscheppen Zelfs de psychologische kant van het verhaal hadden we al door: het gesnoef en gebluf, de koele poses en de kleine hartjes, de intimidaties en leugentjes, de illusie zelf ooit de winnaar te zijn en de verwrongen omgang met verlies en mislukking....

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gebluf

GEBLUF, o. het telkens of aanhoudend bluffen; gepoch, gesnoef.