gebekt
gebekt - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van bekken
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
bn. (hebbende een bek of snavel, meestal met bep. of in samenst.; Z.-N. van kant of stof: gefestonneerd); zie vogel; fig. die visvrouw is goed gebekt, weet haar mond te roeren; Z.-N. op iets gebekt zijn, belust op.
Jozef Verschueren (1930)
bn. 1. van een bek voorzien: de -e vogels. ➝ vogel. 2. Gemz. bespraakt: goed, wel zijn.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. (van vogels) van een bek of snavel voorzien; (spr.) elke vogel (elk vogeltje) zingt zoals hij (het) – is, ieder spreekt of uit zich overeenkomstig zijn aard, of de trap zijner beschaving; 2. (van mensen) goed, wel – zijn, of alleen – zijn, goed van zich af kunnen spreken, niet op zijn mondje gevallen zijn.
J.H. van Dale (1898)
GEBEKT, bn. (van vogels) van een bek of snavel voorzien; — (spr.) elke vogel (elk vogeltje) zingt zooals hij (het) gebekt is, ieder spreekt of uit zich overeenkomstig zijn aard, of den trap zijner beschaving; — goed, wel gebekt zijn, of, bloot, gebekt zijn, den mond tot zijn wil hebben, niet op zijn mondje gevallen zijn; — (gew....
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: