Wat is de betekenis van gebekt?

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gebekt

gebekt - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van bekken

2025-07-28
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

gebekt

(zn) bakbenodigdheden TM.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gebekt

adj., bibekke.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gebekt

bn. (hebbende een bek of snavel, meestal met bep. of in samenst.; Z.-N. van kant of stof: gefestonneerd); zie vogel; fig. die visvrouw is goed gebekt, weet haar mond te roeren; Z.-N. op iets gebekt zijn, belust op.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gebekt

bn. 1. van een bek voorzien: de -e vogels. ➝ vogel. 2. Gemz. bespraakt: goed, wel zijn.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gebekt

bn., 1. (van vogels) van een bek of snavel voorzien; (spr.) elke vogel (elk vogeltje) zingt zoals hij (het) – is, ieder spreekt of uit zich overeenkomstig zijn aard, of de trap zijner beschaving; 2. (van mensen) goed, wel – zijn, of alleen – zijn, goed van zich af kunnen spreken, niet op zijn mondje gevallen zijn.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gebekt

GEBEKT, bn. (van vogels) van een bek of snavel voorzien; — (spr.) elke vogel (elk vogeltje) zingt zooals hij (het) gebekt is, ieder spreekt of uit zich overeenkomstig zijn aard, of den trap zijner beschaving; — goed, wel gebekt zijn, of, bloot, gebekt zijn, den mond tot zijn wil hebben, niet op zijn mondje gevallen zijn; — (gew....

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)