Wat is de betekenis van flierefluiten?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Flierefluiten

(alleen onbep. w.), (gew. en Zuidn.) loszinnig rondzwerven; pierewaaien ; nietsdoen.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

flierefluiten

flierefluiten - Werkwoord 1. er vrolijk op los leven

2025-07-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

flierefluiten

Van pers.: boemelen, fuiven, pierewaaien; ook: nietsdoen, lummelen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

flierefluiten

(’fli:rd) wkw. [msch. vlier, struik waar men fluitjes van maakt + fluiten] 1. boemelen, fuiven, pierewaaien. 2. nietsdoen.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

flierefluiten

(alleen onbep. w.), loszinnig rondzwerven; pierewaaien; nietsdoen.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)