Wat is de betekenis van Eedgenoot?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eedgenoot

m. (...genoten), bondgenoot bij ede, in ’t bijz. in toepassing op de (burgers der) Zwitserse kantons; — samenzweerder.

2025-07-21
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

eedgenoot

iem. wat saam met ‘n ander deur ‘n onderlinge eed verbonde is; samesweerder.

2025-07-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

eedgenoot

m. eedgenoten (bondgenoot bij ede; samenzweerder).

2025-07-21
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

eedgenoot

('e:t) m. (...noten) bondgenoot met anderen, door een wederkerige eed verbonden.

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Eedgenoot

EEDGENOOT, m. (-en), bondgenoot bij eede; samenzweerder; ...GENOOTE, v. (-n).

2025-07-21
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)