Wat is de betekenis van dichtklappen?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dichtklappen

(klapte dicht, is en heeft dichtgeklapt), met een klap dichtslaan: de deur klapte dicht; een boek, een lessenaar dichtklappen.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dichtklappen

dichtklappen - Werkwoord Woordherkomst samenstelling van dicht en klappen Synoniemen [1] dichtdoen, dichtgaan, dichtslaan, sluiten, toeslaan, dichtspringen, dichtvallen [2] zwijgen Antoniemen [1] openklappen [2] praten

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dichtklappen

dichtklappen - regelmatig werkwoord uitspraak: dicht-klap-pen 1. met een klap weer dicht gaan ♢ de doos klapte plotseling dicht 2. opeens niet meer verder kunnen praten ♢ na die nare opmerking k...

2025-07-27
Signalement van nieuwe woorden

Riemer Reinsma (1975)

dichtklappen

Niet meer openhartig kunnen praten. U (Gerrit den Braber) negeert waarschijnlijk (...) het generatieverschil, de sex en de agressiviteit (...). GdB: Ik zeg maar zo, het zijn de hardste schreeuwers die je het duidelijkst kunt horen. Als ik met de mensen over dit soort dingen begin, klappen ze dicht. HITWEEK 1965, nr. 9, 3 'Of we (de makers van een...

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dichtklappen

(klapte dicht, is en heeft dichtgeklapt), 1. met een klap dichtslaan: de deur klapte dicht; een boek dichtklappen; 2. (onoverg.; fig.) niet in staat zijn om verder te reageren.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dichtklappen

DICHTKLAPPEN, (klapte dicht, is en heeft dichtgeklapt), met een klap dichtslaan de deur klapte dicht; een boek, een lessenaar dichtklappen.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)