De groote geleerdheid brengt hem tot razernij
Geleerdheid, Hand. 26: 24. Die woorden werden, volgens Hand. 26: 24, door den Romeinschen landvoogd Festus tot den apostel Paulus gericht, toen deze, bij zijn verantwoording voor Festus en Agrippa, zijne bekeeringsgeschiedenis verhaalde en daarbij sprak van de hemelsche verschijning hem te beurt gevallen, en van Christus’ bestemming om het licht de...