cycle
(zelfstandig naamwoord) cyclus, rondgang
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Henk Biemond (1985)
Cyclus (1) De tijd, waarin een bepaalde reeks gebeurtenissen of verschijnselen plaatsvindt. (2) Een willekeurige reeks bewerkingen, die regelmatig en in dezelfde volgorde wordt herhaald. Deze bewerkingen kunnen elke keer anders zijn.
Winkler Prins (1975)
(Eng.), symbool: c, cyclus of periode, in Angelsaksische landen waar de hertz nog niet algemeen in gebruik is, een eenheid voor de frequentie: 1 cs−1 = 1 Hz.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I 1 tijdkring, kringloop; 2 cyclus; 3 rijwiel, fiets; II in keerkring ronddraaien; 2 fietsen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: